Ik had het geluk enige weken door te kunnen brengen in Rwanda en Kenia. Juist door de twee landen te kunnen bezoeken zie je het verschil in ontwikkeling en hoe die ontwikkeling volgens bepaalde patronen verloopt. Natuurlijk zijn het andere landen, met een andere historie, maar bepaalde zaken zie je op dezelfde manier gebeuren, waarbij Kenia wat verder is dan Rwanda. Zo worden in Kenia de kraampjes langs de kant van de weg vervangen door kleine stenen gebouwtjes, waar een aantal winkeltjes in gehuisvest zijn. In landen waar het toch echt niet altijd droog en warm is, een grote verbetering. In Rwanda zie je dat nog veel minder gebeuren, maar het komt wel over als een logische stap. De grote vraag is of Rwanda zich op alle fronten op dezelfde wijze zal ontwikkelen als andere landen. Of kun je ook leren van anderen en bepaalde patronen doorbreken? Een van de opvallende zaken als je Rwanda binnenkomt is dat je geen plastic zakken het land mag inbrengen. Eerst was ik verbaasd, maar achteraf zeer aangenaam verrast. Wat een verschil in zwerfafval in Kenia en Rwanda! Zoals in zoveel landen zie je in Kenia overal plastic liggen. In bermen op akkers, overal! In Rwanda is daar geen sprake van. Afvalverwerking is een groot probleem in Kenia. Rwanda heeft daar in ieder geval een kleiner probleem van gemaakt.
De vraag die ik mezelf ook heb gesteld is wat wij kunnen leren van ontwikkelingen in deze landen. Het meest opvallende is voor mij toch wel het gebruik van de mobiele telefoon. In zowel Rwanda als Kenia heb je overal een uitstekend mobiel netwerk. Ze doen dan ook alles met de telefoon, bijvoorbeeld (en heel belangrijk) betalingen. Ze hebben hierdoor veel minder behoefte aan ATM’s of wifi. Het roept bij mij in ieder geval de vraag op waarom wij zoveel geld en energie steken in het realiseren van glasvezel in de meest afgelegen buitengebieden in Nederland. Is dat echt nodig of is dat nu eenmaal ons patroon en zouden we net als de Afrikanen gewoon wat meer kunnen en willen doen met ons mobiele netwerk?